How's That! 31 July 2018

Year 86 Issue 10

Clubblad Amsterdamse Sportvereniging VRA


How's That verschijnt tijdens het cricketseizoen wekelijks


Voorwoord

Heel vroeger, voordat moeizaam helende kruisbanden me het sporten onmogelijk zouden maken, voetbalde ik in een zogenaamd veteranenelftal, gevuld met doktoren, leraren en een enkele zakenman zoals kledingmagnaat Piet Z. uit Wilp. Het waren gouden tijden waarin we af en toe een aantal spelers die net te oud waren geworden voor het eerste contracteerden wat ons menig kampioenschap opleverde, heuglijke gebeurtenissen die groots werden gevierd. In mijn herinnering speelden we altijd, hoe bar de weersomstandigheden ook waren. Eind mei namen we afscheid van elkaar om elkaar in augustus weer te treffen voor weer een met heldendaden doorspekt seizoen. Drie maanden zonder voetbal, het was net uit te houden.

Sinds ik in de cricketwereld verzeild ben geraakt weet ik dat het erger kan. Hier geen hiaat van een maand of drie, maar een peilloos diepe kloof van wel acht maanden. Als je niet, zoals ik afgelopen winter en voorjaar, af en toe verblijft in Dubai of Kaapstad dan ben je aangewezen op tv-beelden uit verre streken, surrogaat voor het echte werk. De melancholie van het gemis sluipt er al in als het einde van juli nadert. Dan is er namelijk een korte pauze in de cricketcompetitie opdat de spelers het morrende thuisfront op een veertiendaagse vakantie kunnen vergasten. Heel erge ontwenningsverschijnselen heb ik dan nog niet omdat ik weet dat de competitie dra hervat zal worden. Maar ergens knaagt er iets. ‘Nog vier weken, dan is het voorbij,’ suist het door mijn hoofd. ‘Nog een kleine maand en het is weer wachten geblazen.’

Het sterkst is de weemoed tijdens de laatste thuiswedstrijd van het seizoen. Als de K-side zich onder aanvoering van Floris in een hoek van het terras heeft genesteld volgt er een reeks ‘laatste gebeurtenissen’. De laatste rosés glijden het keelgat in met de laatste tosti’s als bodem. En natuurlijk is er een rondje kneiterhete bitterballen om het verhemelte een fiks aantal blaren te bezorgen. Wat volgt is er de laatste afdaling van de trap, de laatste tocht over het pad naar de parkeerplaats en de laatste tocht naar huis.

Heel vaak als een novemberstorm om het huis jaagt en de lente verder weg lijkt dan ooit wanhoop ik aan de terugkeer van de geluiden die een zomerse cricketzondag op VRA zo onvergetelijk maken. Een dubbele whisky wil dan nog wel eens vertroosting schenken, maar als die is uitgewerkt voelt de cricketabsentie extra schrijnend aan.

Vorige week schreef ik over de cricketers die aan eind van de negentiende eeuw rustig doorspeelden tot diep in de herfst en ook de vroege lente niet schuwden. Iets om een voorbeeld aan te nemen. Wat kan er heerlijker zijn dan een cricketmiddag tijdens een Indian Summer of een match op een frisse winterdag begin maart.

Voorlopig zal het er wel niet van komen en bereid ik me nu alvast voor op het afscheid eind volgende maand. En natuurlijk is het sparen geblazen want een matchdag op Newlands op een hete dag in februari of maart gun ik me nu meer dan ooit.

Harry Oltheten

Wedstrijdschema

WO 01/08 Nederland XI - Nepal (ODI) 11.00

VR 03/08 Nederland XI - Nepal (ODI) 11.00

ZA 04/08 VRA Dames - Rood en Wit 13.00

ZA 04/08 VRA ZAMI 1 - Concordia 13.30

ZO 05/08 VRA 1 - Punjab 1 11.00
ZO 05/08 Kampong 2 - VRA 2 12.00
ZO 05/08 VRA 3 - Kikkers 1 13.00
ZO 05/08 VRA 4 - Sparta 2 13.00
ZO 05/08 ACC 3 - VRA 5 13.00

HBS1 - VRA1

22 juli 2018

VRA: 226 voor 9

HBS: 187 all out

VRA wint met 39 runs


Haseeb en Quirijn nemen het voortouw.

Je hebt van die dagen dat de top maar niet op stoom wil komen en het sputterend laat bij minder dan twintig runs terwijl zoveel meer was verwacht. Op het affreuze kunstgras van Craeyenhout was het deze 22ste juli zo’n dag. Een complete ineenstorting kon het niet worden genoemd, maar vlotjes ging het allerminst. Vikram stak met 29 runs nog iets boven zijn elftalgenoten uit, maar het was wachten op Mitch voor een echte score. Verbeten ging hij de strijd aan met de HBS-bowlers en pas na 44 niet mooie maar wel zeer nuttige runs begroef hij de strijdbijl. Daarmee was de koek voor VRA nog niet want Quirijn (16 no) en Haseeb (14 no) deden verwoede pogingen de overs uit te batten en slaagden daar wonderwel in. Dat er uiteindelijk 226 runs op het bord stonden was een enorme meevaller na de 89 voor 6 waar eerst tegenaan gekeken werd. Bij dit totaal moet wel worden aangetekend dat de HBS-bowlers VRA behoorlijk tegemoet kwamen met 21 wides. De beste HBS-er was Berend Westdijk met 4 voor 48 in 10.

Of het VRA-totaal voldoende zou zijn voor de zege was in de lunchpauze onderwerp van menige verhitte discussie. Toen om tien over drie de match werd hervat waren de meesten het erover eens dat VRA er zeker vijftig meer had moeten scoren had het een kans willen maken. Bij de buitenbar werd door de HBS-aanhang al duchtig ingenomen als voorproefje op de aanstaande overwinning. Om een uur of vier werd het daar plotseling heel stil. Op dat tijdstip viel namelijk het vijfde HBS-wicket, en dat terwijl er nog maar 30 runs op het bord stonden. Quirijn (3 wickets) en Haseeb (2 wickets) waren de degenen die deze euveldaden op hun naam hadden gebracht. Zij bowlden in tandem vele overs en deden dat imponerend.

Of HBS’ nummer 5, de ook in VRA-kringen niet onbekende Wesley Barresi, de man zou zijn die het HBS-schip vlot zou trekken, was nu de vraag die menigeen ging bezighouden. Sommige optimistische HBS-ers voorspelden een steroptreden dat pas bij 150 zou eindigen waarna de staart het af zou maken. Ze bleken de toekomst iets te rooskleurig in te hebben gezien want Wesley deed weliswaar zijn best maar kwam toch niet verder dan 52 soepele runs.

Ook daarna was de wedstrijd nog niet klaar want nummer 8, Navjit Singh, liet zich niet zomaar opzij zetten en bleef met 55 not out. Al zijn kompanen waren intussen gesneuveld zodat het eind kwam bij 187 all out, een totaal dat 39 runs tekortschoot vooral door toedoen van Quirijn (3 voor 26 in 10) en Haseeb (3 voor 35 in 10). Ik schreef het vorige week al. Als we in het begin van het seizoen beter bij de les waren geweest, ja dan.

H.O.

De laatste loodjes

Het ging een beetje op en af dit How’s That-seizoen. Nu eens stroomden de wedstrijdverslagen binnen dan weer was het tevergeefs wachten. Met nog een maand te gaan doe ik nog een keer een oproep om zoveel mogelijk match reports in te sturen. Vooral de captains die tot dusver zwegen mogen zich aangesproken voelen. Een paar meeslepende alinea’s over het wel en wee van je elftal, dat is toch niet te veel gevraagd!

Uit de oude doos

F.J.W. ‘Top’ Rincker

‘De Corinthian’ (1924-1931) was een fraai vormgegeven ‘Geïllustreerd weekblad voor amateursport’. Het wilde de sport behouden voor de betere standen - die verdomde arbeiders waren namelijk in opmars - en slaagde daar gezien de korte looptijd niet in. De aflevering van 4 november 1927 biedt aangename leesstof niet het minst door de vele advertenties. Wat te denken van de aanprijzing van schermschool Bouillet gevestigd aan Bezuidenhout 41 in ’s-Gravenhage. De schermers konden daar genieten van ‘Moderne inrichting, Hygiënische kleedkamers en Warm en koud water douches’. Ook Boksschool Toepoel adverteert. Zij prijst boksen aan als ‘De zelfverdedigingssport voor onzen tijd, tevens de meest alzijdige lichaamsoefening die wij aan dames en heeren “zonder ruwheid” leren’.

Maar al te lang bleef ik niet op de advertentiepagina’s hangen want verderop in het nummer riep het artikel waarover ik het nu wil hebben. In de rubriek cricketfiguren staat namelijk een uitgebreid interview met oer-VRA-er F.J.W. Rincker (geb. 1877) dat, ondanks de archaïsche stijl waarin een en ander gesteld wordt, het lezen meer dan waard is. Ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag laat ‘Top’ Rincker zijn licht schijnen over zijn carrière en de stand van zaken van het cricket in Nederland anno 1927. Over zijn eerste cricketjaren meldt hij het volgende:
‘Ik speelde toen ik een jaar of negen, tien was al cricket. Op de groote terreinen achter het Rijksmuseum was gelegenheid te over en we zagen het spel al van de bestaande clubs als Progress, Run en Amstels. Menschen als de onlangs overleden Herman Gorter en de bekende Barbarossa (Kik Schröder) speelden daar toen en hier hebt U de oudste foto - ik was een jaar of tien - van mijn eerste club ‘De Unie’.

Met de jongetjes van ‘De Unie’ speelde de jonge Rincker tegen ‘grote’ verenigingen als ‘Mercurius’ en ‘De balspelers. ‘Allemaal clubjes lang vergeten en gauw verscheiden’. Later sloot hij zich aan bij Amstels waar hij veel leerde van het bowlen van Kik Schröder. In 1893 kwam hij in het eerste waar hij met Kik achter de palen een goede aanval vormde met D. van den Berg. Rinckers ‘fast-balls’ waren menig batsman te machtig, zodat de tegenpartij vaak voor een schijntje aan de kant zat. Dat moest ook wel want een sterke batting side had Amstels niet. In 1905 werd de club kampioen en in 1914 kwam de fusie tot stand met RAP en Volharding tot VRA, ‘waaraan ik nog heden mijn krachten geef.’

Ook op internationaal vlak maakte Rincker naam. Met smaak vertelt hij interviewer J.A. Brongers over zijn aardigste cricketherinnering. Trots toont hij een glazen stolp met daaronder een bal met een zilveren plaatje plus inscriptie die luidt: ‘De heer Rincker bowlde met deze bal Dr. W.G. Grace op 12 augustus 1901.’ Deze heldendaad vond plaats tijdens een wedstrijd van het Nederlands elftal tegen London County CC op de Crystal Palace Ground. Het bowlen van ‘the grand old man of cricket’ zorgde ervoor dat hij ‘met een hoge borst’ over het veld liep. ‘De enige keer in mijn cricketloopbaan’.

Op nationaal niveau memoreert hij een match in Schiedam in 1906 tegen de R.C.C. waarbij hij een bowlingrecord vestigde: 8 voor 1. ‘En het hadden acht wickets voor nul kunnen zijn, wanneer er zich geen “ongerechtigdheid” op het veld had bevonden, hetwelk een van mijn slip-fielders verhinderde de bal te grijpen.’ De laatste opmerking doet een beetje denken aan de notities die een ander VRA-icoon, Wim Glerum, maakte in de dikke boeken die hij bijhield over zijn wedstrijden. Als hij slecht presteerde lag het altoos aan anderen en als het goed ging was het zijn genie dat daarvoor verantwoordelijk was.

Na nog even vermeld te hebben dat hij ook met het bat zijn mannetje stond (4 centuries), geeft Rincker zijn visie op het cricket anno 1927. Over het algemeen is er volgens hem vooruitgang te bespeuren (betere velden, betere coaches), maar met het bowlen wil het nog niet zo vlotten. ‘Dat kon ik beter,’ hoor je hem bijna denken. Interviewer Brongers is danig van hem onder der indruk en besluit in stijl:
‘Ziet hier wat deze Amsterdamsche veteraan, deze pur-sang amateur te vertellen had. En hij vergat veel, want de keeren dat Rincker met zijn fast-balls door een elftal “heenjoeg” zijn legio geweest en de vele malen, dat hij het was, die een collapse van zijn team door weloverlegd spel annex zijn befaamde leg-slag wist te stuiten zijn overbekend. Rincker en Nederlandsch cricket zijn één en dat cricket dankt hem véél.’

Harry Oltheten

Onze sponsors

  • Gulpener
  • Voorneman Geenen Notarissen
  • ABN AMRO
  • 1 & 12 Ventures